Bij COM met serious gaming werken aan competenties

Onze gastredacteur Hans van den Broek sprak met Bas Spaapen en Marco van Aarle van Dex-gaming. Dat is het bedrijf achter de serious games die het instituut COM gebruikt om de student te laten werken aan beroepscompetenties.

Tekst: Hans van den Broek.
Fotografie: Hans Reitzema.

Marco van Aarle: “Wij zijn anders. Wij verbinden games over ondernemerschap met het curriculum.”

Ik zit wat onwennig tegenover Marco en Bas, beiden werkzaam bij Dex-gaming. Wordt dit weer een stukje over serious gaming? Dat hebben we toch al eens gedaan? “Nee”, legt Marco van Aarle van Dex-gaming uit. “Wij zijn anders. Wij hebben geen game ontwikkeld. Dat doen anderen al. Wij verbinden games over ondernemerschap met het curriculum. Als studenten bij ons een game spelen krijgen ze niet alleen de scores te zien, maar ook aan welke competenties ze hebben gewerkt.” Dat klinkt inderdaad serieus.

Bas Spaapen, de andere Dex-man, legt uit: “wij hebben een heel systeem ontwikkeld van gedragscompetenties vanuit het bedrijfsleven, die een essentiële rol vervullen bij goed functioneren. Deze competenties worden in het bedrijfsleven gebruikt bij sollicitatie- en evaluatiegesprekken. Wij hebben deze voorgelegd aan docenten van de commerciële opleidingen van de Hogeschool. Samen hebben wij de verbinding gelegd tussen onze set en de opleidingscompetenties.” Laat eens zien, vraag ik Bas. Op zijn laptop verschijnt een gedetailleerd overzicht van competenties en uitwerkingen op gedragsniveau.

Aan de hand van een simpel voorbeeld legt hij uit wat er gebeurt: “een student gaat de game ‘Fashion Factory’ spelen. In deze game ben je verkoper in een kleding winkel en kom je verschillende soorten klanten tegen. Indien je niet je juiste vragen stelt, of je klantonvriendelijk gedraagt, loopt die klant zo de winkel uit! Laat je in de game wel het juiste gedrag zien, zal de klant gaan kopen. Na het spelen van de game krijgt de student tips hoe hij/zij het beter had kunnen doen. Bovendien geeft DEX aan welke competenties hij/zij geoefend heeft, bijvoorbeeld: gedrevenheid tonen, ideeën verkopen en anderen begrijpen.”

Bas Spaapen: “Dex geeft aan aan welke competenties je gewerkt hebt.”

Dat is toch niet alleen werk voor een computerprogramma, merk ik op. “Ja dat klopt”, zegt Marco. “Ons programma signaleert of de student dit gedrag laat zien. Daarna komt de docent uitdrukkelijk in beeld. Hij kan nu de student coachen op zo’n onderdeel. Laten zien wat het belang ervan is, hoe je in zo’n situatie kunt handelen, doorvragen aan de student waarom hij kiest voor een handelwijze, enz. Wij bieden ook een didactisch ondersteunend programma aan docenten om dit te kunnen doen. We onderscheiden daarbij drie soorten coaches: de expert (vakspecialist), ontwikkelingsgerichte coach (die met de student de verbinding legt met zijn competenties en zijn loopbaan) en de stage of werkvoorbereider. Dat wordt een heel team dus. Inderdaad met rollen die ook bij de zittende docenten te onderscheiden zijn. Ieder zijn specialisme. Het portal is vooral bedoeld als laagdrempelige toegangspoort om games te spelen en te ontdekken welke competenties de student gebruikt. Het is een veilige trainings-omgeving, want je kunt telkens opnieuw een situatie naspelen. Je kan zelfs bewust fouten maken om te zien wat je hebt nagelaten. Dat alles kan heel motiverend werken. De docent blijft natuurlijk de cruciale factor, omdat hij de student moet coachen hoe hij de competenties verder tot ontwikkeling kan brengen.”

Werkt het voor alle studenten hetzelfde? “Nee, meestal verdiepen de studenten die ook in andere vakken goed zijn zich behoorlijk in de games. Zij vinden het leuk en besteden veel tijd aan de game en proberen alles uit. Sommige studenten blijven hangen en hebben ook meer stimulans nodig van de docent. Niet tevreden zijn met een (net) voldoende score, maar je verdiepen in succesvol gedrag.”

“Binnenkort is er weer een terugkomdag voor docenten. We hebben al gewerkt met een kleine en een grote pilot binnen drie opleidingen. Komend jaar gaan we met 700 studenten aan de gang. We gaan samen kijken hoe de ervaringen tot nu toe zijn, hoe je goed kunt inspelen op de vragen van studenten, maar ook de afstemming tussen docenten. We doen het nu vooral in jaar 3, maar het kan ook in jaar 1 en… misschien wel in het hele curriculum?”

playmeasuregrow 003
“Play, measure, grow.” Het motto van Dex-gaming.

Plaats een reactie